Midlifeblog...

















Ik heb mijn oude dagboeken ergens in de jaren tachtig in een koffer weggeborgen met het idee er 'later' ooit nog eens iets mee te doen. Ik ben inmiddels vijftig, het leek me wel een leuke midlife-exercitie om die koffer door te spitten...

Theorie en praktijk


Een fysisch raadseltje uit de jaren tachtig. Waarom wil het douchegordijn zo hardnekkig aan je vastplakken?

Probeer het thuis ook eens!



Romantische wetenschap


Ik ben altijd erg gevoelig geweest voor de romantiek van wetenschappelijke parafernalia. De collectie historische wetenschappelijke instrumenten in Teylers Museum is misschien wel mooier dan de naturaliënspecimen die er worden tentoongesteld en de LHC van CERN vind ik een poëtisch hoogtepunt van machinebouw. In m'n dagboeken zitten veel tekeningen van raadselachtige machines. Het origineel van deze hierboven heb ik jaren later in het Hermetisch Nieuwsblad gebruikt.

Zestien


Lokstem en Verontrustende Affiches


Het valt een beetje buiten het bestek van de koffer, maar hup maar even... In Arnhem was ik midden jaren tachtig weer gaan samenwerken met jeugdvriend Kees. Jongerenkrant De Lokstem maakten we met een groepje vrienden –tekenaars, striptekenaars, schrijvers– vanuit jongerencentrum De Jacobiberg in Arnhem. Kees plakte de krant in elkaar onder zijn zelfgetimmerde bed en drukte de oplage in de zeefdrukkerij van De Jacobiberg. We plakten de krant 's avonds en 's nachts in de stad. We maakten er meteen een tegencampagne bij: 'De Lokstem: Jeugdbederf!'


Het eerste nummer van De Lokstem was een oorlogsverklaring aan Loesje met haar zijige muurpostertjes. Groot plezier toen dat werd opgepikt door het televisieprogramma van de broertjes Ekkel. De Lokstem is daarna nog een poosje verdergegaan als 'echte' uitgaanskrant, als magazine en zelfs heel even als televisiepiraat voor we de boel ophieven. Onder 'Meer Lezen' staat meer.

Begin en eind


Dit was de eerste dagboekaantekening, 1975. Vrij van school, surprise voor sinterklaas, schildpaddenbak schoongemaakt en –jawel hoor– gemiep over 'klierpijn'...


En dit is een van de laatste... Zomer 1987. Schrijven, afspraken met vrienden, werk voor de Uitgaanskrant, hardlopen en –een constante– gemiep over lichamelijk ongemak...

Gruppenangst


Ik had al heel jong Masse und Macht van Elias Canetti gelezen. Achter een vlag aan marcheren, daar komt niet veel goeds van...

Energie


Wat me treft, nu, dertig jaar later, is de energie waarmee ik telkens weer nieuwe probeersels ondernam. En nooit afmaakte. Dit komt uit een apart aantekenboekje met de wat pompeuze titel 'Karakterdragers van Zeist': een plattegrond met beschrijving en schetsjes van huizen die me opvielen tijdens mijn wandelingen door het dorp.

Imaginaire dieren


Zoals ik imaginaire machines tekende, tekende ik ook imaginaire dieren.

Vakantieboeken


Ik heb ook vakantiedagboekjes bijgehouden. Tijdens een vakantie in Turkije, liggend op de harde stenen van een keienstrand, vroeg ik me af waarom de lokale bevolking eigenlijk niet wordt ingezet om zandstranden te maken.

Stijfjes


Ik had een boek met reproducties van oude etsen en tekeningen van 'gekerfde dieren', daar stond dan doodleuk een draak tussen. Die heb ik overgetekend in 1975 ongeveer. En netjes ingekleurd, in steeds grotere angst het resultaat met een inktvlek of een veeg te verprutsen. Het eindresultaat is daardoor wat stijfjes. Eigenlijk zie ik veel liever 'vieze' tekeningen, rare schetsjes en krabbels zoals deze hier, van de kop van mijn draaitafel.



Bloemdroedel


Ik zei al, ik tekende in de kantlijn van mijn dagboeken vaak dit soort droedeltjes. Als een soort visuele uitleg bij de tekst. Die tekst is nu –vind ik– grotendeels onleesbaar geworden. Saai, gezeur over verkoudheid, geneuzel over me, myself and I. Maar die tekeningetjes zijn wel grappig. Onder de knop 'Meer lezen' een bloemlezing...

Nihilisten


Jeugdvriend Kees en ik hebben vanaf 1977 in vrolijke competitie en vol overgave gewerkt aan De Vrije Nihilist, uitgave van het Nihilisties Verbond. Net als onze grote voorbeelden Koot en Bie met het Simplisties Verbond droegen we een alpinopet, maar in tegenstelling tot de brave mattenklopper als symbool liep de rechtgeaarde nihilist natuurlijk met een speer rond. Waar andere –meer sociale– scholiertjes zich bezighielden met sporten en de schoolkrant joegen wij in het zeisterbos wandelende mevrouwtjes met kleine hondjes schrik aan met onze verschijning.


Die Vrije Nihilist was een vrijhaven voor meligheid en morbide ongein. We vonden het na ongeveer een jaar toch wat kinderachtig worden om onszelf 'Waag' en 'De Bruijn' te noemen. Toen was het gedaan met de Vrije Nihilist. Onder de knop 'Meer lezen' nog wat pagina's... 

Spreuken


Soms ben ik het hartgrondig met mijn dertig jaar jongere zelf oneens. Zo'n uitspraak als dit, daar denk ik nu heel anders over. Veel van wat ik in die oude dagboeken tegenkom is onoprecht: aanstellerij, mooischrijverij, diepdoenerij; maar deze uitspraak is toch wel een min of meer authentiek gevoeld inzicht van de aartspessimist die ik ooit was. Ik ben inmiddels veranderd in een blijmoedig mens. Nog steeds geen optimist, maar blijmoedig.

De Vete


Aangestoken door de strips van Jacques Tardi was ik aan een beeldverhaal begonnen. Een ingewikkelde intrige over een race van pool naar pool. Met veel verschillende karakters, verraad, strijd en conflict. En dat allemaal aan boord van zeppelins, treinen, stoomboten en andere negentiende-eeuwse vervoersmiddelen. Het script is af, in schets, het beeldverhaal is nooit verder dan twee pagina's gekomen.



Kroonkurkje


Maar ja, apparaten bouwen, daar krijg je dorst van! Ik had een uitgesproken voorliefde voor het tekenen van bier- en wijnfles-ensembles, zoals je onder 'Meer lezen' kunt zien...

Vermomde apparaten


We keren even terug naar die vermomde apparaten die ik bouwde in 1980 en 1981... Naarmate ik dieper in de dagboekkoffer graaf duiken er meer tekeningen en foto's van Het Oordeel en De Schrik op. Die eerste was een omgebouwd radiomeubel, de tweede een geprepareerde televisie. Het was de bedoeling dat ze zich onopvallend in de huiselijke omgeving zouden ophouden, totdat ze werden aangezet.

Ik had misschien wel meer plezier aan het bedenken en schetsen dan aan het werkelijke uitvoeren, al deed ik in twee opeenvolgende 'rommelkamertjes' driftig mijn best. Van die rommelkamertjes zijn foto's, die zijn met meer tekeningen te zien onder de knop 'Meer lezen'.

Gele slierten


Dit is misschien wel de oudste tekening in de koffer. Ik was een jaar of zeven toen ik deze maakte, volgens een aantekening van mijn moeder op de achterkant. Dat was in, euh, 1966. Blauw over geel Wascokrijt op een kladblokblaadje, de gele slierten zijn uitgekrast. Ik had de tekening met plakband boven mijn bed gehangen en lag er vaak naar te staren. De geur van Wasco! Hmm! 

Vlek


Die kindertekening hier beneden verschilt eigenlijk niet veel van de vlekken die ik later ben gaan tekenen. Er zit vijftien jaar tussen, maar het is net zo'n rare droedel...

Kindertekeningen


Mijn dagboekkoffer is een grafkist voor kindertekeningen. Deze heeft geen datum maar moet ergens uit de jaren zestig zijn. Op school kregen we de 'krassen-in-Wasco'-methode uitgelegd, waarbij je kleurtjes afdekt met zwart krijt. Met een spijker kras je gekleurde lijnen. Onder 'meer lezen' staan meer kindertekeningen!

Imaginaire machines


















Veel machines hebben een bepaald morbide karakter. Dit is de 'Jehova-killer' uit 1977, inclusief wervend verkooppraatje ('makkelijk geprijsd!'). Een reeks dodelijke contrapties maakt korte metten met ongewenst bezoek. Garantie: één jaar of vijftien jehova's.
Ik ben eigenlijk nooit opgehouden met het maken van imaginaire machines... Eéntje heeft het tot in het Arnhemse Museum voor Moderne Kunst geschopt, de 'BrainVox 2000' uit 2005. Meer over het ontstaan van die telepathietelefoon zit onder 'Meer lezen'.

Mensenmachine


Misschien is het een jongetjesding, maar ik was dol op schakelschema's en tekeningen van ingewikkelde apparaten. Dit tekende ik op de lagere school, in 1968. Mark Spitz was net olympisch zwemkampioen geworden. Ik bedacht een machine om perfecte mensen te maken. Er zaten knoppen aan voor een jongen of een meisje en met schuifjes en regelaars waren de gewenste eigenschappen in te stellen. Uit een soort geboortetoeter kwam het eindproduct –een krijsend babietje– tevoorschijn.
 
 

De specificaties van onze eerste stereo pick-up, een 'Dual', waren ook hogelijk fascinerend... Ook latere versterkers en pickups en radio's heb ik altijd met smaak nagetekend, zoals onder 'Meer lezen' valt te zien.

Marionet


Dit is mopperkont Flip, een van de stripfiguurtjes uit Little Nemo in Slumberland. Ik wilde van Flip een marionet maken. Ook dat idee kwam niet verder dan de tekentafel...

Muur









Een van de muren van mijn kamer was leeg. Er stond een plant, rechtsboven had ik een ondergaande zon op de muur geschilderd en in het midden hing een lege lijst. Diep! Dit miniatuur- tekeningetje van die muur is ongeveer een centimeter breed. Het heeft een poosje in de lijst gehangen, maar dat beviel me toch minder.

Ontdekkingsreizigers


Ik kwam mijn kamer niet uit maar ik verslond boeken over beroemde ontdekkingsreizigers. Daar maakte ik dan weer stripjes over. In dit stripje (Het Hiernamaals) zijn de helden onzichtbaar, we horen alleen hun voortdurende gekibbel en gesar...


Onder 'meer lezen' is het hele stripje te zien.

Blokkendoos


Ik vertelde al, we woonden met ons gezin in een reusachtige flat in Zeist. Ik voelde me niet erg verbonden met de medebewoners van die enorme woonwand. Als het mistte, meende ik in een paalwoning te zitten.


Schaar


Het Oordeel













Ondertussen was ik begonnen met het bouwen van 'vermomde' apparaten. Een –zo op het oog– normaal televisietoestel met een verborgen floodlight-lamp: als je het ding aanzette kreeg je een bak licht over je heen. En 'Het Oordeel', een omgebouwd radiomeubel met bewegende delen en veel herrie. Onderdeel van dat laatste apparaat was een blacklight-buis, als hierboven op de schets. De apparaten die ik bouwde bereikten –soms– nog nét een werkend proefstadium, maar kwamen eigenlijk nooit af.

Tekenfilm


Dat van die voorbeelden zie je goed hieraan. Toen ik eenmaal de strips van Tardi had gezien, de prachtige verhalen van Isabella Avondrood, begon ik dit soort dingen te maken. Dit is een schets voor de inhoud van een zelfgetimmerde 'tekenfilmkast', een houten kist met schuiven van glas. Met de (analoge!) camera van vriend Edward wilde ik een tekenfilm maken met diepte, waarbij met stop-motion de lichtjes in het stadsgezicht aan en uit zouden gaan.  


Dit was een schets voor een scene op vier glasplaten. Rechts op de voorgrond een lichtreclame voor 'Gala Vogelzeep'. Ik heb de cels nog wel getekend, maar van filmen is het nooit gekomen. 

Voorbeeldloos


Ik was in die tijd –1978, 1979– vooral erg jong, vind ik nu. Je kunt aan mijn tekeningen en gekriebel merken dat ik nog niet veel gezien had. Dat is misschien wel het voordeel van een formele opleiding: het brengt je in contact met de wereld. Die kun je vervolgens verwerpen of gebruiken, maar je opereert niet meer in het luchtledige, zoals ik in mijn jongenskamertje wel deed.

Landschap met hemellichaam

















Dit landschap met hemellichaam is gemaakt volgens mijn favoriete procedé in die dagen: eerst kliederen met ecoline en daarna met de pen de tintverschillen outlinen. Dat werkt goed bij een fantasielandschap, maar bij een 'echt' landschap zoals hieronder werkt het meteen een stuk minder. Beetje houterig.














Het miegelt van de hemellichamen op mijn tekeningen. Het is aantrekkelijk om een lege lucht op te vullen met een mooie volle bol. Lekker voor de compositie, lekker om te doen.







Snijboon















Die Hank Spaanders op zijn beurt is weer voortgekomen uit dit naamloze stripfiguurtje. Die zit vijf, zes plaatjes achter elkaar roerloos niets te doen en verzucht dan op het laatste plaatje iets moedeloos. Eén van die laatste plaatjes heb ik ook braafjes in het net getekend, hieronder, maar eigenlijk vind ik de 'vieze' schetstekeningen veel charmanter.